'Zo hoog en zoveel loopjes'

Van Baerle Trio

Wellicht is het een enkeling opgevallen: op 3 maart 2022 zaten er een paar zeer jonge bezoekers in de mooie Grote Zaal van De Vereeniging. De Nijmeegse Stichting voor Kamermuziek had leden van het Keizerstads Jeugdorkest uitgenodigd om te komen luisteren naar het Van Baerle Trio. Dat het concert midden in de voorjaarsvakantie viel, kwam goed uit: ook kinderen voor wie de eindtijd ver na de gebruikelijke bedtijd lag, konden nu komen luisteren.

Voor sommige kinderen was het het eerste kamermuziekconcert dat zij bezochten. Kunt u het zich nog herinneren hoe dat voelde, uw allereerste concert? In de pauze zag ik het in hun ogen: de magie van zo’n zaal, het samenspel, het applaus… Een enorme hoeveelheid indrukken. Toen ik in de pauze en na afloop vroeg wat ze vonden, kreeg ik heel verschillende reacties. Maar over één ding waren ze het allemaal eens: ze waren erg enthousiast!

Het stuk van Haydn typeerden de meesten als ‘vrolijk’. Eén jongen vond het prachtig, maar ook lastig voor het publiek: aangezien het tweede en het derde deel direct achter elkaar doorgespeeld werden, wist hij niet precies wanneer hij moest klappen. Een uitstekende gelegenheid om het begrip ‘attacca’ uit te leggen dus. Een ander vond het onhandig dat het eerste deel aan het begin van het concert zat, want er zaten zoveel loopjes voor de pianist in; zou hij nu niet te moe zijn voor de rest van het concert?

De meeste van onze orkestleden vonden het Trio van Verbey het mooiste wat de avond te bieden had. Dat was namelijk ‘lekker mysterieus’ en ‘meer nieuw’. Een jonge violiste vond dat de interactie tussen de musici bij dit stuk zo goed was. Dat kon ik alleen maar beamen; de samenklank was inderdaad prachtig. Zeker in het tweede deel was dat bijzonder: onder de handen van Hannes Minnaar leek het op een vleugel ineens mogelijk om de ijle klank van flageoletten te imiteren, waarna het trio het publiek gezamenlijk meevoerde naar een heftig slot. Een orkestlid dat altviool en cello speelt, was in het laatste deel overigens enorm onder de indruk van de cellist: ‘Zó hoog voor cello!’ Zelf zou ‘ie dit deel waarschijnlijk liever op een altviool gespeeld hebben.

Na de pauze volgde Pianotrio nr. 2 van Schubert. Het tweede deel, dat is gebaseerd op een Zweeds volksliedje, kenden enkelen al. Het feest der herkenning was dan ook groot in het vierde deel, waar datzelfde thema terugkeert. Zelf bleef ik het zangerige lijntje nog de hele avond zachtjes voor me uit hummen. Meestal in de mineurversie, maar soms ook in de versie die aan het einde van het vierde deel klinkt: de hoopvolle majeurvariant.

Die wisseling sluit aan op de toegift die het Van Baerle Trio speciaal voor deze avond had gekozen. Hannes Minnaar kondigde aan dat er een deel uit het Dumky Trio van Dvořák gespeeld zou worden. Niet zonder reden: de Dumka (waarvan Dumky de meervoudsvorm is) komt oorspronkelijk uit Oekraïne. We hoorden soms sombere klanken, maar kregen ook een terugblik op betere tijden – en een hoopvolle vooruitblik.

En ja, wat valt jonge bezoekers verder allemaal op tijdens zo’n concert? De spotlight op de bloempot werd vaak genoemd. Bij navraag bij het bestuur van de NSvK bleek dat het bloemstuk op het podium een mooie traditie is, waar men de bloemist elke keer weer dankbaar voor is. Een ander vond het heel leuk dat de leden van het Van Baerle Trio na afloop zo dicht bij het publiek stonden. Ze aanspreken was echter nét iets te spannend.

Overigens voelde het concert ook voor ons als begeleiders weer een beetje als een eerste concert: het eerste namelijk zonder lange rij voor de QR-scan, maar mét aardige garderobemedewerkers en pauzedrankje. Dat maakt de beleving weer compleet. Laten we hopen dat er, voor alle bezoekers, nog vele concerten mogen volgen!

Barbara Snel (bestuurslid Keizerstads Jeugdorkest)